El Alto in Bolivia is een vreemde stad in allerlei opzichten. El Alto begon zijn bestaan als buitenwijk van de hoofdstad La Paz. La Paz ligt in een soort bomkrater in de Hoogvlakte, die zo ongeveer helemaal volgebouwd is en El Alto is de overloop, die nu groter is dan de moederstad. Er wonen ongeveer een miljoen mensen, die allemaal (nou ja, vrijwel allemaal) van indiaanse afkomst zijn. Ik kan me niet voorstellen dat er één gringo in El Alto woont, behalve misschien een verdwaalde mormoonse zendeling. Ik kan me zelfs niet voorstellen dat er ooit een westerse toerist El Alto bezoekt. El Alto is de hoogste stad ter wereld op de lijst van steden met meer dan 30.000 inwoners.
El Alto is geen leuke stad of zelfs maar een mooie stad. El Alto is spuuglelijk, maar het is zeer zeker geen krottenwijk. De huizen zijn ruim en met ruime tuintjes eromheen. El Alto is niet arm, integendeel., het gonst er van de economische activiteit en er staan overal dure trucks en bussen.
Een van de kenmerken van El Alto is dat vrijwel alle huizen en bedrijven niet afgebouwd zijn. Vrijwel alle huizen hebben ijzeren staven uit het dak steken, met het oog op toekomstige etages die er op gebouwd kunnen worden. Het lijkt wel een soort statussymbool. Zo van: ik denk in de toekomst genoeg geld te hebben om een etage voor elk van mijn kinderen bovenop mijn huis te bouwen. Of dat het in de indiaanse Aymara-cultuur ongeluk brengt om je huis helemaal af te bouwen. Omdat je Pachamama dan uitdaagt of zo. Of misschien vinden Aymara-indianen je wel een uitslover als je je buitenmuren verft en stuct.
Als je met de bus van La Paz naar Peru rijdt, kom je door El Alto. De eerste keer vond ik het de allerlelijkste stad die ik ooit gezien had; lelijker dan Zoetermeer en IJsselstein opgeteld en in het kwadraat. Overal vuilnis, smerige zwerfhonden en akelige leuzen op de muren zoals 'dieven worden gelyncht' en 'verdachte auto's worden in brand gestoken'. Maar op de terugreis zag ik ze ineens tussen de onaffe gebouwen: bizarre gevels van afgebouwde gebouwen. Ze deden me vaag denken aan de geblokte patronen in de geweven dekens in de souvenirwinkels. Nee, niet in El Alto want daar zijn geen souvenirwinkels. Sommige rijke Alteños hebben complete huizen met inpandige balzalen laten ontwerpen door de architect Freddy Mamani in deze bizarre bouwstijl. Deze worden wel 'cholets genoemd: een samentrekking van 'chalet' en 'cholo' (geuzennaam voor indianen). Het meest verbazende is dat deze huizen wél af zijn. En schijnbaar wordt deze uitsloverij wel geaccepteerd door de overige Aymara's en door Pachamama. Geen idee waar later de kinderen moeten gaan wonen, maar er is nog plek zat op de Boliviaanse Hoogvlakte voor nog veel meer huizen.
El Alto is geen leuke stad of zelfs maar een mooie stad. El Alto is spuuglelijk, maar het is zeer zeker geen krottenwijk. De huizen zijn ruim en met ruime tuintjes eromheen. El Alto is niet arm, integendeel., het gonst er van de economische activiteit en er staan overal dure trucks en bussen.
Een van de kenmerken van El Alto is dat vrijwel alle huizen en bedrijven niet afgebouwd zijn. Vrijwel alle huizen hebben ijzeren staven uit het dak steken, met het oog op toekomstige etages die er op gebouwd kunnen worden. Het lijkt wel een soort statussymbool. Zo van: ik denk in de toekomst genoeg geld te hebben om een etage voor elk van mijn kinderen bovenop mijn huis te bouwen. Of dat het in de indiaanse Aymara-cultuur ongeluk brengt om je huis helemaal af te bouwen. Omdat je Pachamama dan uitdaagt of zo. Of misschien vinden Aymara-indianen je wel een uitslover als je je buitenmuren verft en stuct.
Als je met de bus van La Paz naar Peru rijdt, kom je door El Alto. De eerste keer vond ik het de allerlelijkste stad die ik ooit gezien had; lelijker dan Zoetermeer en IJsselstein opgeteld en in het kwadraat. Overal vuilnis, smerige zwerfhonden en akelige leuzen op de muren zoals 'dieven worden gelyncht' en 'verdachte auto's worden in brand gestoken'. Maar op de terugreis zag ik ze ineens tussen de onaffe gebouwen: bizarre gevels van afgebouwde gebouwen. Ze deden me vaag denken aan de geblokte patronen in de geweven dekens in de souvenirwinkels. Nee, niet in El Alto want daar zijn geen souvenirwinkels. Sommige rijke Alteños hebben complete huizen met inpandige balzalen laten ontwerpen door de architect Freddy Mamani in deze bizarre bouwstijl. Deze worden wel 'cholets genoemd: een samentrekking van 'chalet' en 'cholo' (geuzennaam voor indianen). Het meest verbazende is dat deze huizen wél af zijn. En schijnbaar wordt deze uitsloverij wel geaccepteerd door de overige Aymara's en door Pachamama. Geen idee waar later de kinderen moeten gaan wonen, maar er is nog plek zat op de Boliviaanse Hoogvlakte voor nog veel meer huizen.