
Iedereen met een beetje belangstelling voor Latijns-Amerika kent de huidige Boliviaanse president Evo Morales. Hij is de eerste president in de roerige politieke geschiedenis van dit land die trots is op zijn indiaanse afkomst. Evo draagt altijd kekke poncho’s, jasjes en truien met de typische kleuren en motieven van de indiaanse textielkunst. Duw hem een panfluit in zijn handen en hij kan zo in de koopgoot meedoen met een Zuid-Amerikaans muziekgroepje. Evo is populair bij Zuid-Amerika-watchers omdat hij vriendelijk en toegankelijk lijkt en – belangrijker – de indiaanse bevolking een stem en een identiteit geeft.
Evo’s populariteit is eigenlijk te danken aan de onversneden domheid van de Noord-Amerikanen. Toen hij nog de relatief onbeduidende leider was van de cocaboeren uit de Chapare, besloot de Amerikaanse ambassade dat Evo geen visum meer kon krijgen voor de VS. Dat zou hem leren zich met de politiek te bemoeien. Alle andere Boliviaanse politici willen altijd dolgraag naar de Estados Unidos om te winkelen in Miami en hun zuurverdiende salarissen (plus ‘bijverdiensten’) stuk te slaan aan nutteloze rotzooi, maar Evo interesseerde dat echt helemaal niets.
Door de mededeling van de ambassade werd Evo gelanceerd naar landelijke populariteit, want de meeste Bolivianen walgen van de opzitten-en-door-een-hoepel-springen-voor-de-gringos-mentaliteit van hun politici.
Sowieso walgen de meeste Bolivianen van hun politici en hun aanhangers (‘los militantes’). Politici en ambtenaren in dit land zijn zo corrupt als de neten, al is het een stuk minder corrupt dan landen in Afrika. Bolivia heeft ook een lange traditie sinds de onafhankelijkheid in 1825 van staatsgrepen, knettergekke presidenten en eeuwige crisis. Het zou 86 presidenten hebben gehad. Mariano Melgarejo was de gekste, Lidia Gueiler de vrouwelijkste, Luís Garcia Meza de crimineelste, Victor Paz de vaakst verkozene en Hilarión Daza degene die de kustprovincie aan de Chilenen weggaf.
En al deze presidenten trokken zich weinig of niets aan van hun indiaanse landgenoten (met uitzondering van Victor Paz die in 1952 de Reforma Agraria doorvoerde waarmee het feitelijke lijfeigenschap van indianen werd afgeschaft.) Sinds 1982 is er geen staatsgreep meer geweest en volgden de democratisch gekozen presidenten elkaar op. Wel democratisch, maar niet minder corrupt.
Zo werd Evo Morales Ayma in 2006 verrassend gekozen tot president. Opeens moesten de Bolivianen er aan wennen dat de indianen (met name de indianen uit de hooglanden) de touwtjes in handen namen. Evo veranderde Bolivia in de Plurinationale Staat Bolivia waarin alle etnische minderheden en hun talen een eigen plekje in de grondwet kregen. Evo werd herkozen in 2010 en herkozen in 2015. Drie keer president? Er moest even wat gemorreld worden aan de grondwet, en toen kon het.
Evo is zichzelf belangrijk gaan vinden en wil nog wel een termijn president worden, en als hij het zelf niet wil, dan willen zijn aanhangers wel dat hij wint, want ze vreten zich nu vol aan dezelfde corruptie, hetzelfde nepotisme en cliëntelisme van alle voorgangers van hun Evo. Dus werd de grondwet nog maar eens een keer aangepast.
Maar Bolivia is een land met een gecompliceerde samenstelling. Er is rivaliteit tussen mensen van de Hoogvlakte en van het Amazonegebied (collas en cambas), tussen rijk en arm, tussen indiaan en blank, tussen stadsbewoner en plattelander, en uiteraard tussen alle politieke partijen. Steeds meer Bolivianen zijn Evo en zijn militantes van het MAS beu.
De algemene verkiezingen van Bolivia van 2019 worden gehouden op 20 oktober 2019, om de president en vice-president van de plurinationale staat, 130 afgevaardigden en 36 senatoren te kiezen voor de regeringsperiode 2020-2025.5 Een tweede stemming bij de presidentsverkiezingen zou plaatsvinden op 15 december 2019. De verwachting is dat Evo met twee vingers in zijn neus wint, vooral omdat de oppositie erg verdeeld is.
Maar er is nog een smet op zijn reputatie als linkse leider: de enorme branden die het Amazonegebied hebben geteisterd. Veel van deze branden waren aangestoken door indianen uit de hooglanden aan wie land was beloofd in het tropische en vruchtbare deel van het land. Evo en zijn partij hebben deze branden geautoriseerd om zo het stemvee tevreden te stellen.
Zuid-Amerikaanse leiders hebben de hardnekkige neiging on hun eigen belang voor het land te overschatten. Daarom willen ze graag aan de macht blijven. Zie Hugo Chavez in Venezuela, Juan Peron in Argentinië, Desi Bouterse in Suriname enzovoort enzovoort. Meestal lopen deze antidemocratische experimenten slecht af. Slecht voor de persoon in kwestie, slecht voor het land en slecht voor hun plekje in de geschiedenisboeken. Het wordt steeds lastiger om op een geweldloze en elegante manier van deze figuren af te komen.
Een slecht voorteken is dat er onlangs een heus museum is geopend voor Evo: het Museo de la Revolución Democrática y Cultural.
Ik zou mijn geld inzetten op de reverherverkiezing van Evo, maar ik durf er geen dubbeltje om te verwedden waar dit allemaal toe gaat leiden.
Evo’s populariteit is eigenlijk te danken aan de onversneden domheid van de Noord-Amerikanen. Toen hij nog de relatief onbeduidende leider was van de cocaboeren uit de Chapare, besloot de Amerikaanse ambassade dat Evo geen visum meer kon krijgen voor de VS. Dat zou hem leren zich met de politiek te bemoeien. Alle andere Boliviaanse politici willen altijd dolgraag naar de Estados Unidos om te winkelen in Miami en hun zuurverdiende salarissen (plus ‘bijverdiensten’) stuk te slaan aan nutteloze rotzooi, maar Evo interesseerde dat echt helemaal niets.
Door de mededeling van de ambassade werd Evo gelanceerd naar landelijke populariteit, want de meeste Bolivianen walgen van de opzitten-en-door-een-hoepel-springen-voor-de-gringos-mentaliteit van hun politici.
Sowieso walgen de meeste Bolivianen van hun politici en hun aanhangers (‘los militantes’). Politici en ambtenaren in dit land zijn zo corrupt als de neten, al is het een stuk minder corrupt dan landen in Afrika. Bolivia heeft ook een lange traditie sinds de onafhankelijkheid in 1825 van staatsgrepen, knettergekke presidenten en eeuwige crisis. Het zou 86 presidenten hebben gehad. Mariano Melgarejo was de gekste, Lidia Gueiler de vrouwelijkste, Luís Garcia Meza de crimineelste, Victor Paz de vaakst verkozene en Hilarión Daza degene die de kustprovincie aan de Chilenen weggaf.
En al deze presidenten trokken zich weinig of niets aan van hun indiaanse landgenoten (met uitzondering van Victor Paz die in 1952 de Reforma Agraria doorvoerde waarmee het feitelijke lijfeigenschap van indianen werd afgeschaft.) Sinds 1982 is er geen staatsgreep meer geweest en volgden de democratisch gekozen presidenten elkaar op. Wel democratisch, maar niet minder corrupt.
Zo werd Evo Morales Ayma in 2006 verrassend gekozen tot president. Opeens moesten de Bolivianen er aan wennen dat de indianen (met name de indianen uit de hooglanden) de touwtjes in handen namen. Evo veranderde Bolivia in de Plurinationale Staat Bolivia waarin alle etnische minderheden en hun talen een eigen plekje in de grondwet kregen. Evo werd herkozen in 2010 en herkozen in 2015. Drie keer president? Er moest even wat gemorreld worden aan de grondwet, en toen kon het.
Evo is zichzelf belangrijk gaan vinden en wil nog wel een termijn president worden, en als hij het zelf niet wil, dan willen zijn aanhangers wel dat hij wint, want ze vreten zich nu vol aan dezelfde corruptie, hetzelfde nepotisme en cliëntelisme van alle voorgangers van hun Evo. Dus werd de grondwet nog maar eens een keer aangepast.
Maar Bolivia is een land met een gecompliceerde samenstelling. Er is rivaliteit tussen mensen van de Hoogvlakte en van het Amazonegebied (collas en cambas), tussen rijk en arm, tussen indiaan en blank, tussen stadsbewoner en plattelander, en uiteraard tussen alle politieke partijen. Steeds meer Bolivianen zijn Evo en zijn militantes van het MAS beu.
De algemene verkiezingen van Bolivia van 2019 worden gehouden op 20 oktober 2019, om de president en vice-president van de plurinationale staat, 130 afgevaardigden en 36 senatoren te kiezen voor de regeringsperiode 2020-2025.5 Een tweede stemming bij de presidentsverkiezingen zou plaatsvinden op 15 december 2019. De verwachting is dat Evo met twee vingers in zijn neus wint, vooral omdat de oppositie erg verdeeld is.
Maar er is nog een smet op zijn reputatie als linkse leider: de enorme branden die het Amazonegebied hebben geteisterd. Veel van deze branden waren aangestoken door indianen uit de hooglanden aan wie land was beloofd in het tropische en vruchtbare deel van het land. Evo en zijn partij hebben deze branden geautoriseerd om zo het stemvee tevreden te stellen.
Zuid-Amerikaanse leiders hebben de hardnekkige neiging on hun eigen belang voor het land te overschatten. Daarom willen ze graag aan de macht blijven. Zie Hugo Chavez in Venezuela, Juan Peron in Argentinië, Desi Bouterse in Suriname enzovoort enzovoort. Meestal lopen deze antidemocratische experimenten slecht af. Slecht voor de persoon in kwestie, slecht voor het land en slecht voor hun plekje in de geschiedenisboeken. Het wordt steeds lastiger om op een geweldloze en elegante manier van deze figuren af te komen.
Een slecht voorteken is dat er onlangs een heus museum is geopend voor Evo: het Museo de la Revolución Democrática y Cultural.
Ik zou mijn geld inzetten op de reverherverkiezing van Evo, maar ik durf er geen dubbeltje om te verwedden waar dit allemaal toe gaat leiden.