
1. Egyptenaren
Ramses II of Ramses de Grote (ca. 1300 v.Chr. - 1213 v.Chr.) was de derde farao van de 19e dynastie uit de Egyptische Oudheid. Zijn mummie werd in 1992 teruggevonden en tot de stomme verbazing van iedereen werden hierin chemische sporen van cocaïne (of coca) en tabak teruggevonden. Deze twee planten kwamen toen alleen maar voor in Amerika. Zouden de Egyptenaren schepen naar Amerika hebben gestuurd? Moeilijk voor te stellen, want voor zover wij weten bouwden ze lage schepen die niet erg oceaanwaardig leken. Ze kunnen de coca en tabak natuurlijk ook gescoord hebben bij een andere zeevarende natie.
De Feniciërs of Phoeniciërs waren de beste zeevaarders uit de klassieke oudheid en misschien wel de enigen die zich buiten de Middellandse Zee waagden. Zij leefden tussen 1500 en 400 voor Christus op de plek van het huidige Libanon. Bewijzen voor hun aanwezigheid in Amerika zijn flinterdun maar er zijn wel een paar geheimzinnige voorwerpen gevonden die mogelijk van de Feniciërs waren, zoals de Steen van Ingá in Brazilië.

Onlangs, in 2015 werd er bij Oak Island, voor de kust van het Canadese Nova Scotia, een Romeins zwaard gevonden. Er zou ook een Romeins scheepswrak liggen. Er is nog niets bekend over de eventuele ouderdom. Het Romeinse rijk bestond van 750 voor Christus tot 476 na Christus, dus dat is nogal een tijdsraam. En de geruchten over de Romeinse aanwezigheid in Amerika zijn hardnekkig want ook in Mexico en Brazilië zouden Romeinse vondsten zijn gedaan.

Saint Brendan of Clonfert (circa 484 – 577) oftewel Sint Brandaan van Clonfert was een Ierse monnik die volgens de verhalen Amerika zou hebben bereikt in een notendopje. De Reis van Sint-Brandaan is een Middelnederlands gedicht uit de 12e eeuw. Onderweg overkwam de sint de meest fantastische belevenissen. Zo vond hij een pratend reuzenhoofd op het strand, kwam hij een draak tegen die werd verjaagd door een hert uit de wolken en ontmoette hij een vis met een bos op zijn rug. Allemaal zeer apocrief, en zeg nou zelf: als het gezelschap echt in Amerika was geweest hadden ze er wel een Ierse pub gesticht.
De zoete aardappel die afkomstig is uit Amerika, was al wijdverspreid in Polynesië toen de Europeanen daar aankwamen. Men denkt op grond van de koolstof-14-methode dat de zoete aardappel rond 700 vanuit Zuid-Amerika in Polynesië aankwam. De bewoners van Paaseiland of Rapa Nui, zo'n beetje de meest afgelegen plek op aarde halverwege ZuidAmerika en Azie/Polynesië, zijn genetisch verwant aan zowel de Polynesiërs als de ZuidAmerikanen. Bedenk dat er 3.500 kilometer open zee zonder een enkel eilandje ligt tussen Paaseiland en het Chileense vasteland. Dus zijn dit wel de meest onversaagde zeevaarders uit de geschiedenis.
Van de Vikingen of Noormannen staat als enige in dit rijtje absoluut vast dat ze in Noord-Amerika zijn geweest. Met IJsland en Groenland als springplank arriveerden ze rond 985 na Chr. Er is onomstotelijk archeologisch bewijs hiervoor gevonden bij het plaatsje L'Anse aux Meadows in Canadees Newfoundland. Onlangs werd 600 kilometer verder naar het zuiden nog een kolonie gevonden bij Point Rosee. De Vikingen zijn er een paar honderd jaar geweest. Je zou verwachten dat de kolonie sporen had nagelaten in de vorm van Eskimo's met blauwe ogen of indianen die koeien hielden of Vikingkindjes met een bronzen huid, maar niets van dat alles. Schijnbaar verliep het contact tussen de beide groepen nogal moeizaam. Misschien maar goed ook, want er zijn geen aanwijzingen dat de Vikingen besmettelijke ziektes hebben overgebracht op de inheemse bevolking.
De mogelijke aanwezigheid van de Tempeliers in Amerika heeft een hoog samenzweringsgehalte. In 1307 vluchtten twaalf schepen van de eens zo machtige Tempeliers uit Frankrijk, omdat ze heftig werden vervolgd door de Franse koning Filips de Vierde, bijgenaamd De Schone. Van deze vloot werd nooit meer iets vernomen, maar volgens de legende hoorden de Spaanse conquistadores bij hun aankomst in Mexico zo'n twee eeuwen later dat er grote baardige blanke mannen hadden geleefd, die hun kennis met de inheemse bevolking hadden gedeeld. Vrijwel alle Zuid en Midden-Amerikaanse volkeren hebben legendes van blanke mannen met baarden die over zee komen, dus wie weet.

Het is maar een kippeneindje van Afrika naar Brazilië dus hoe moeilijk kan het zijn dat er eens Afrikaanse vissers in Zuid-Amerika zijn beland. De MiddenAmerikaanse Olmec-cultuur bestond van 1200 voor Christus tot 400 voor Christus. Zij hebben enorme hoofden nagelaten die duidelijk Afrikaanse trekken hebben. (Laat dit stukje alsjeblieft niet aan Sylvana Simons lezen, want anders zwaait er wat.) In 1311 zou een vloot van 400 schepen van de Malinese keizer naar Amerika zijn gevaren. In 1324 vertelde de Malinese koning Mansa Musa aan de Arabische historicus Al Umarithat dat zijn voorgangers twee expedities vanuit West Africa over de Atlantische Oceaan hadden georganiseerd.
De Fransen zouden de Fransen niet zijn als ze niet hun eigen verhaal hadden over de ontdekking van Amerika. Jean Cousin, of Jehan Cousin zou in 1488 al bij de monding van de Amazone in Brazilië zijn geland. Raar verhaal, maar let op: een van zijn kapiteins was Alonzo Pinzón en die zou Columbus de weg hebben gewezen ('almaar westelijk, kapitein') naar Amerika. Cousin's reis zou zijn opgevolgd door een reis van Binot Paulmier de Gonneville in 1504 die een indiaan mee terug voerde naar Frankrijk genaamd Essomericq. Gonneville en Essomericq hielden vol dat Franse handelaren al jaren zaken deden met het Amazonegebied.

Zheng He was een admiraal van het Chinese rijk ten tijde van keizer Yongle. In 1421 startte de gecastreerde admiraal een ontdekkingsreis rond de wereld met meer dan 100 enorme jonken. Hij zou Australië, Antarctica en de Amerika's hebben ontdekt. Toen hij terugkeerde was keizer Yongle overleden en zijn opvolger Hongxi wilde niets weten van de buitenwereld en stortte China in een eeuwenlang isolement. Er zijn steeds meer aanwijzingen van de Chinese aanwezigheid overal ter wereld, ook op de Pacifische kusten van Amerika. Mijn favoriete verhaal is dat bij de Goldrush in California in 1848–1855 er opeens uit het niets duizenden Chinezen verschenen die zich verhuurden als goedkope arbeidskracht. Dit konden wel eens de nazaten van gestrande Chinezen geweest zijn uit de vloot van Zheng He.
En de rij is nog veel langer:
de Japanners, de verloren stammen van Israel, de Welsh enzovoort. En laten we vooral niet vergeten de echte ontdekkers: de Aziaten die tienduizenden jaren geleden de Beringstraat overstaken tussen Azië en Alaska.